Thuiskomen | Mensen | Beelden | Contact

Michel Van Geeteruyen  

een zilveren diaken

Michel

Van Geeteruyen

In Zele hebben we drie diakens: Jozef Van Kerckhove, Peter Van Lokeren en Michel Van Geeteruyen. Deze laatste vierde op 9 november 2014 tijdens een dankviering in de Kouterkerk zijn zilveren jubileum als diaken. 25 Jaar is een mooie periode om eens stil te staan en even terug te blikken. En dat heb ik dan ook gedaan samen met Michel.

Roots
Michel is een geboren Durmenaar (15 oktober 1947). Hij komt uit een diepgelovig gezin met vijf kinderen: André, Antoine, Godelieve, Michel en Agnes. Zijn vader was Jozef Van Geeteruyen die zijn boterham verdiende als arbeider in ‘Huis ten Halve’ (het latere UCO) en zijn moeder, Hortensia De Beule, was huisvrouw.
Zijn schoolcarrière begon in Durmen. In die jaren was er nog apartheid in Durmen. Vanaf het derde leerjaar gingen jongens naar de jongensschool. We zaten maar met drie jongens in ons jaar, herinnert Michel zich, Paul Hulders, Raymond Beirnaert en ikzelf. Ik heb heel goede herinneringen aan Achilles De Meirschman, mijn meester in het vijfde, zesde en zevende leerjaar. Dat was een zalige man, zegt Michel. In onze klas hing er een grote kaart van België en die had Achilles uitgerust met elektrische contactpunten net zoals een Elektrospel. Dat vonden wij als kind het einde. Ik mocht ook iedere week tijdens de schooluren sigaartjes halen bij Barbara in ’t winkelke.

Op zijn dertiende stuurden zijn ouders hem naar de vakschool Sint-Laurentius in Lokeren. Mijn twee broers hadden metaalbewerking gevolgd en dus moest ik dat ook volgen, zegt Michel. Eigenlijk was ik liever schrijnwerker geworden maar mijn moeders wil was wet, metaal en daarmee punt uit. Drie jaar lang trok ik iedere dag met de fiets naar Lokeren door weer en wind en op mijn zestiende behaalde ik mijn A3 en mocht ik mee optrekken met mijn broer naar de Manta in Waasmunster.

  Michel als knaapje van zes jaar
Etiket van een sole mio deken  

De Manta was vooral gekend omwille van de productie van dekens maar daarnaast was er ook een hout- en metaalafdeling. Het was een groot bedrijf waar in die jaren ongeveer 1200 mensen werkten. Ik mocht direct aan een machine beginnen, vertelt Michel, en ik deed dat graag. We kregen opdrachten voor Atlas Copco en Philips en ook voor onze eigen weverijen. Toen ik daar begon was het echt de golden sixties, een tijd van hoogconjunctuur, vervolgt Michel. Ik heb verschillende jaren in een continusysteem gewerkt waarbij we iedere dag 12 uren klopten. Het grote voordeel daarvan was dat we een schone boterham verdienden maar dat zou in deze tijd helemaal niet meer kunnen met al die arbeidsreglementen.

Jeugd
Michel kan honderduit vertellen over zijn jeugd. We waren thuis erg katholiek en dat betekende dat mijn broers en ik allemaal misdienaar geweest zijn. In de kerk van Durmen maar ook in de kapel van het klooster bij de zusters werd er iedere week een mis opgedragen door de pastoor. Ook daar moesten wij de mis dienen. Godsdienst speelde een grote rol in zijn jeugd. Iedere zondag was er naast de mis ook het lof en de vespers en daarna was het tijd voor de patronage, twee uurtjes ontspanning onder de hoede van de zusters van de meisjesschool.

In Durmen waren er in mijn jeugd nog heel wat boeren, vervolgt Michel. En die konden jonge kerels als wij best gebruiken voor het werk op het land. Ik deed dat erg graag. Het tofste was samen met Gaston Versypt de melk ophalen bij de boeren en die dan gaan leveren in de melkerij. Bij Michels en Van Cleemput ging hij regelmatig helpen maar bij Aimé Van Swalm, dat was de max. Een boerenhof waar alles mocht en het meest van al gewoon muëssen, lacht Michel.
In Durmen was Hippolyte De Smedt pastoor. Toen deze ziek viel, werd hij tijdelijk vervangen door Theofiel De Pagie, een jonge priester. Hij vroeg Michel om hem te helpen bij zijn verhuis en dat klikte onmiddellijk, zegt Michel zo vele jaren later. Mijn roeping heb ik aan hem te danken, bekent Michel. Fiel De Pagie was een begeesterende figuur en zijn idealen maakte ik ook tot de mijne. Fiel is maar een paar jaren op onze parochie geweest maar in die tijd is er heel wat gebeurd. We hebben samen de Chiro in Durmen opgericht. Achter het winkeltje van Maria bouwden we met de hulp van heel wat Durmenaren twee houten lokalen en onze Chiro bloeide echt. Dat was een schone tijd, mijmert Michel. Fiel de Pagie is na zijn periode in Durmen vertrokken als missionaris en met een hele groep zijn we hem gaan uitwuiven op het tarmac in Zaventem.
Naast mijn werk en de Chiro heb ik ook nog dikwijls gekaatst. Een echte goede was ik niet, maar ik vond dat plezant. Ook heb ik enkele jaren bijgeklust bij Julien Van Driessche, de mazouthandelaar. Maar toen kwam de oliecrisis en de verkoop van mazout daalde en verloor ik mijn bijverdienste, zegt Michel. Maar niet getreurd, ik vond vrij snel een andere job bij Tony Van Wichelen, een handelaar in mazoutkachels en huishoudtoestellen in de Dokter Armand Rubbensstraat.

Huwelijk
Michel is getrouwd met Martine Goossens. Michel leerde zijn halve trouwboek kennen op een bal in het Gildenhuis. Hij was 21 en zij pas 17. Thuis bij mijn moeder viel dat niet in goede aarde, bekent Michel, Martine was veel te jong en te rebels. En, voegt Michel er aan toe, de familie Goossens was heel ander volk. Mijn moeder had de leeftijd van de grootmoeder van Martine. Haar ouders gingen op zondagnamiddag dansen in Den Amerikaan in Lokeren, wij thuis gingen naar het lof en de vespers. Voor mijn moeder een wereld van verschil. Swat, lacht Michel, om een lang verhaal kort te maken, na twee jaar verkeren zijn we dan in november 1970 getrouwd in de oude kapel van de COO (Commissie van de Openbare Onderstand) die toen dienst deed als kerk voor de Kouterparochie.

  Huwelijksfoto van Michel Van Geeteruyen en Martine Goossens
Op eigen benen    

Voor we trouwden hadden we ons oog laten vallen op een stukje bouwgrond in de Jutestraat (nu Zwarte Molenstraat). In het eerste jaar hebben we daar gebouwd. We namen een metser onder de arm en heel de afwerking gebeurde met familie en vrienden. Gelukkig konden we in de Langestraat een klein appartementje van mijn grootmoeder gebruiken zodat we intussen een goedkope woonst hadden.

Ik werkte in die tijd bij Tony Van Wichelen. Dat was een zaak die goed draaide en Tony verkocht koelkasten, wasmachines, gaskachels, mazoutstoven bij de vleet. Tony verkocht en leveren en installeren was mijn deel, vertelt Michel. Dat waren echt gouden jaren. Ik was 25 toen Tony besloot om te stoppen en hij liet zijn zaak over aan Schaerlaken. Ik mocht zonder problemen bij Schaerlaken beginnen, maar we besloten om zelf te starten met een eigen zaak. Ik kende het klappen van de zweep en was goed bekend geraakt tijdens de jaren dat ik bij Van Wichelen werkte.

We huurden de oude wasserij van Van Der Slijcken in de Vanhesedreef en in een winkeltje van 8 op 4 zijn we toen gestart in 1972. Ook deze keer viel onze beslissing thuis bij mijn moeder niet in goede aarde. Ze maakte zich verschrikkelijk zorgen en vreesde dat ik mijn boterham niet zou verdienen. Maar het liep prima.

 

Mijn vrouw werkte in die tijd op de belastingen in Brussel, ik ging de baan op en mijn schoonmoeder hield de winkel open en paste terwijl ook op onze Johan die in december ’71 geboren was. Dat hebben we zo een tweetal jaren gedaan, zegt Michel, en dat waren zware jaren. De winkel was open van 9 uur ’s morgens tot 8 uur ’s avonds. Martine kwam om 6 uur ’s avonds van de trein naar de winkel en om 8 uur konden we maar naar huis in de Jutestraat. Koken, wassen en plassen, kuisen… het was allemaal na acht uur ’s avonds.

Uiteindelijk hebben we dan maar besloten om in de winkel te gaan wonen, vervolgt Michel, en toen ons Kristien in 1974 geboren werd, is mijn vrouw thuis gebleven.

Drie keer hebben we de winkel in de Vanhesedreef vergroot, maar eigenlijk was dat niet de beste ligging. De Kouter zou een veel betere locatie zijn. In 1977 hebben we dan het huis van drukkerij Van Hecke kunnen kopen. Dat was veel beter gelegen, 60 meter diep en met een uitrit langs de Zuidlaan. We verbouwden het huis zodat we een mooie winkelruimte hadden en in de tuin kwam er ook een magzijn. Dat was praktisch en gemakkelijk. En zo hebben we daar onze zaak gehad tot in 2002, besluit Michel dit hoofdstuk.

    Diaken
Michel als pas gewijde diaken  


En dan kiest Michel er voor om diaken te worden. Hoe ben je daar bij gekomen? vraag ik hem. O, antwoordt Michel, eigenlijk heeft Martine de aanzet gegeven. Mijn vrouw was al jaren actief in de catecheseploeg van de Kouterparochie. In 1983 is ze, op vraag van pastoor Vermoesen, gestart met een cursus pastoraal helper. Toen ze hiermee klaar was, vroeg ze me of ik daar ook geen interesse voor had. Ik ben toen eens met Vermoesen gaan klappen en hij vroeg me op de man af of ik geen zin had om diaken te worden. Ik heb daar serieus over nagedacht, bekent Michel, want op de keper beschouwd, erg parochiebetrokken was ik niet. Op de Kouter ben ik een inwijkeling, ik ben nu eenmaal van Durmen. Ik ging wel verschillende keren per week naar de mis maar voor de rest had ik mijn handen vol met onze zaak.

Uiteindelijk heb ik dan toch de knoop doorgehakt en in september 1985 ben ik aan de opleiding begonnen. Toen veranderde mijn leven serieus. We zijn gestart met acht kandidaten en werden in twee groepjes opgedeeld. Iedere week kwamen we samen bij iemand van ons groepje, vierden samen eucharistie en kregen daarna een uiteenzetiing door Dirk Smet of Roger Vereecken. Om de twee weken kwamen we dan op zaterdag samen in Lede met alle mannen die de opleiding volgden. Ik moet rechtuit bekennen, zegt Michel, dat die opleiding niet van de poes was: theologie, bijbelstudie, homilitiek, examens, eindwerken… Ik was 38 jaar, was maar tot mijn zestiende naar school geweest en een echte lezer of schrijver was ik niet. Maar Martine heeft me in die periode erg gesteund en ik heb de opleiding tot een goed einde gebracht. In 1989 ben ik door monseigneur Van Peteghem tot diaken gewijd.

Aan de slag
En toen veranderde mijn leven nog eens serieus. Ik werd aangesteld als diaken voor de Kouterparochie. Ik assisteerde bij de vieringen, preekte om de zoveel weken, maar ik richtte me vooral naar onze zieken en onze bejaarden in het OCMW. Eigenlijk, gaat Michel verder, was het toen niet makkelijk. Het was heel de tijd schipperen tussen het diaconnaat en mijn eigen zaak. Enerzijds voelde ik me schuldig dat ik te weinig tijd kon investeren in mijn taak als diaken en anderzijds moest ik ervoor zorgen dat mijn zaak niet over kop ging, want het was tenslotte onze broodwinning.
Vijf pastoors heeft Michel gekend op de parochie: Frans Vermoesen (1989-1994), Raf Vermeulen (1994-1998), Marc Van Steen (1998-2003),  deken Alfons Willems (2003-2013) en deken Jan Van Raemdonck(2014). Toen Marc Van Steen benoemd werd als pastoor in Berlare hebben we beslist om te stoppen met onze zaak, vervolgt Michel. Ik heb me toen gemeld bij deken Willems en na overleg met het bisdom kwam ik op de rol te staan. Een mooie uitdrukking die betekent dat Michel vanaf januari 2003 een loon kreeg van het bisdom. Een diaken, verduidelijkt Michel, krijgt het loon van een onderpastoor. Concreet is dat een dikke duizend euro per maand.

Fulltime
Ik werd dus fulltime diaken en kon me vanaf dan volledig engageren. En dat doe ik ondertussen al 12 jaar, zegt Michel. En hoe ziet jouw dag eruit? vraag ik hem. ik leef vooral op de Kouterparochie, antwoordt Michel. Iedere dag open en sluit ik zowel de Kouterkerk als de Kouterkapel. Om de vier weken ben ik van preek. Dat betekent dat ik dat weekend zes keer de homilie verzorg in alle weekendvieringen van Zele. Op de Kouter hebben we vrij veel begrafenissen en meestal vraagt de deken mij om de homilie te verzorgen, want zegt hij, jij kent de mensen. Vorige maand waren dat er zo maar eventjes acht, zegt Michel. En is dat makkelijk, zo’n homilie bij een uitvaart? vraag ik hem. O, dat valt wel mee, zegt Michel, als ik het leven ken van de overledene gaat dat meestal vlotjes. Ik denk daarover na en ’s avonds zet ik me achter mijn computer en eens ik een goede aanzet gevonden heb, lukt het me wel. Ik schrik soms van mezelf.

  Michel met pastoor Vermoesen
Blik op de feesttafel van warme kerst  

Ik heb vroeger altijd met mijn twee handen gewerkt en nu… Toch, en dat geef ik grif toe, vervolgt Michel, ben ik geen man van het woord, ik ben niet sterk in ethiek en geloof, ik heb die gave niet. Ik zeg het met mijn handen! Mijn diaconnaat is dienstbaarheid, ik wil ten dienste staan van de mensen! Ik ben geen man van grote woorden, eerder van daden. En toch krijg ik regelmatig van mensen een pluimpje over de afscheidswoorden die ik sprak op een begrafenis. En dat doet eigenlijk wel deugd.
Naast het werk in de kerk trek ik veel tijd uit om zieken en bejaarden te bezoeken, gaat Michel verder. Ieder weekend draag ik bij een twintigtal mensen de communie. Verder probeer ik ook in te spelen op vragen die vanuit de school komen: eucharistievieringen, boetevieringen, advent, Kerstmis, de vastenperiode… Nee, ik kan mijn dagen zonder veel moeite vullen, lacht Michel.

Warme Kerst
Ieder jaar op kerstavond organiseert Michel samen met een groepje vrijwilligers Warme Kerst. In de parochiezaal van Durmen nodigen ze dan eenzamen, weduwen, ouderen of mensen die het niet zo breed hebben uit om samen kerstavond te vieren. Vorig jaar staken 130 mensen hun voeten onder tafel. Het comité probeert deze mensen een feestelijke avond te bezorgen. Ze zorgen voor een aperitiefje, een hoofdschotel, en een dessert. Maar er is ook ontspanning en voor iedereen ligt er een pakje onder de kerstboom.
Ja, zegt Michel, eigenlijk is dat idee hier thuis gegroeid. Vroeger nodigden we op kerstavond altijd een eenzame uit de buurt uit. Toen de kinderen het huis uit waren, hebben we meer mensen uitgenodigd en achteraf dachten we dat we eigenlijk nog meer mensen konden uitnodigen als we uitkeken naar een andere locatie. De eerste keren hebben we dat op het VP-plein gedaan. Ik denk dat we toen met 30 waren. En zo is dat stilletjes aan gegroeid. Maar, voegt Miche er aan toel, koken kost ook geld. Onze Warme Kerst heeft een budget van ongeveer 2500 euro en dat geld komt van het concert dat we ieder jaar in oktober organiseren. In het verleden konden we al rekenen op de medewerking van Makeblijde, De Minnezangers, een koor uit Hasselt, harmonie Sint-Cecilia en het Gospelconcert met Lea Gillmore.

Het Noodwinkeltje
Een ander project waar Michel zijn schouders onder gezet heeft is ‘Het Noodwinkeltje’. Een tiental jaar geleden hoorde Michel het verhaal van een zuster uit Antwerpen die voedselpakketten bedeelde aan mensen die het nodig hadden. Toen ik eens in ons OCMW kwam, hoorde ik dat ze dat ook deden. Iedere maand bezorgden ze een pakket aan 15 gezinnen. Michel stelde voor om dat zelf in handen te nemen en hij kreeg groen licht. Van het OCMW kreeg hij een lijst van mensen die zo’n pakket konden gebruiken.
In het begin stockeerde hij de voeding in zijn winkel en bracht hij deze naar huis bij de mensen.
Maar het aantal nam toe en thuis was het niet meer houdbaar. Ik keek uit naar een andere locatie en die vond ik in de gebouwen van de oude Plastiekcentrale in de Kapellestraat. Ook heb ik toen hulp gezocht en nu heb ik een vijftiental mensen die me daar bij helpen, zegt Michel. Inmiddels kregen we van de Gewestelijke Bouwmaatschappij een halve hangar op de Lokerenbaan ter beschikking en nu hebben we alles wat we nodig hebben: ruimte, veel rekken, diepvriezers, een grote koelcel, een parking… kortom een prima accommodatie.
  Michel met zijn medewerkers van het Noodwinkeltje

Iedere tweede donderdag van de maand passeren een kleine honderd gezinnen in Het Noodwinkeltje voor een voedselpakket dat meer dan de moeite waard is. Voor het zo ver is, is er wel werk aan de winkel. De dag er voor bolt Michel naar de veiling van Sint-Katelijne-Waver om groenten en fruit. Via via is hij daar beland en nu heeft hij een erkenning op zak. Ook met grootwarenhuizen uit de buurt heeft hij goede contacten. Regelmatig krijgt hij een telefoontje dat er producten zijn die vervallen zijn en die weg moeten. Op dat moment moet ik alles laten vallen en onmiddellijk die producten afhalen en in onze koelcel stoppen. Zo gebeurt het dat we bv. ook eens vis of barbecueworsten kunnen aanbieden. Ook van de EEG krijgen we maandelijks verschillende producten. Ik mag zeker onze Zeelse bakkers niet vergeten, gaat Michel verder, want iedere maand mogen we daar gratis een aantal broden ophalen. Door al die contacten die doorheen de jaren gegroeid zijn, is het mogelijk om iedere maand dit mooi initiatief waar te maken. Zo kunnen we gezinnen die het moeilijk hebben toch een iets makkelijkere week bezorgen.

Michel bij een bak van Wereldmissiehulp  

Maar ook hier hangt een prijskaartje aan. Gelukkig is er een gemeentelijke subsidie van 2800 euro per jaar, mogen we de ruimte gratis gebruiken en hebben we een aantal goede zielen die maandelijks 4 euro storten (4 euro geeft recht op een fiscaal attest ieder jaar).

Het is een mooi initiatief, besluit Michel, we doen echt iets voor de mensen en dat op zich is goed. Het is alleen een jammerlijke vaststelling dat in deze tijd het aantal gezinnen dat een beroep op ons doet alsmaar toeneemt. Wie er bij ons komt, bepalen we niet zelf. Wij krijgen een lijst van het OCMW waarop de namen staan van de gezinnen die er echt nood aan hebben.

Wereldmissiehulp
Wereldmissiehulp is een organisatie in Vlaanderen die overal te lande rode bakken plaatst om gebruikte kleding in te zamelen. Vroeger werd deze kleding gesorteerd en naar derde wereldlanden gestuurd. Omdat dit sorteren en het transport te duur werd, heeft men het over een heel andere boeg gegooid. Nu wordt de kleding opgehaald en verkocht. Met de opbrengst ervan steunen we ontwikkelingsprojecten in de hele wereld. In Zele heeft Wereldmissiehulp negen rode bakken staan.

Je kan je niet voorstellen, zegt Michel, wat er allemaal weggegooid wordt. Iedere maandag doe ik samen met Rudi De Canne mijn ronde in Zele om de bakken te legen. Met mijn auto plus aanhangwagen moet ik twee keer rijden. Alle kledij breng ik naar de container die opgesteld staat bij Fons & Valerie D’heer in Avermaat. Gemiddeld haal ik zo 1200 kilo op per week. Op jaarbasis geeft dat een mooi resultaat waarmee we daadwerkelijk mensen & hun projecten in heel de wereld steunen.

Gezin
Naast zijn diaconnaat heeft Michel natuurlijk ook nog een vrouw en kinderen. Als ik Martine hoor, is Michel thuis niet de bezigste bij. Verder dan koffie zetten ’s morgens en de vaatwas legen, geraakt hij meestal niet. Michel heeft meestal andere katten te geselen.
Michel en Martine hebben 4 kinderen. Johan (1971) is koeltechnieker en woont samen met zijn vrouw Debbie en hun kinderen Margot en Dagmar in Sint-Pauwels. Kristien (1974) is onderwijzeres in onze gemeenteschool en deelt haar leven met haar man Tony en Lore en Arne. Liesbet is psycholoog en heeft naast haar praktijk als kinder- & gezinspsycholoog ook nog een opdracht aan de VUB. Zij heeft twee pleegzonen Jorden en Brend. En last but not least is er onze Ramesh (1981).

  Het gezin van Michel en Martine

We hebben hem in 1983 geadopteerd toen hij 20 maanden oud was. Toen we trouwden, vertelt Martine, hadden we ons voorgenomen om naast onze eigen kinderen ook een kind uit de Derde Wereld te adopteren. In 1980 hebben we onze aanvraag ingediend bij de Vreugdezaaiers en we hebben bijna twee jaren moeten wachten vooraleer we een kind toegewezen kregen. In 1983 kregen we uiteindelijk onze Ramesh toegewezen. 18 Maanden was hij toen hij hier in België arriveerde. Hij woog amper 5 kilo, hij was totaal ondervoed. Zeven weken lang is hij opgenomen geweest in de Sint-Vincentiuskliniek in Antwerpen en al die tijd was het een dubbeltje op zijn kant. Gelukkig was er dokter Helderweireld die hem eigenlijk het leven heeft gered. Ramesh is nu verpleegkundige op de dienst oncologie in het Gentse UZ. Hij heeft een zoon Ruben.

Michel bij de preek tijdens zijn dankviering   Michel samen met deken Jan Van Raemdonck en zijn collega's diakens
Michel Van Geeteruyen  

Zilver
Zondag 9 november jubileerde Michel. Hoe kijk je terug op die 25 jaar? vraag ik hem. O, antwoordt Michel resoluut, met heel veel dankbaarheid. Ik heb het al gezegd, gaat hij verder, ik ben geen man van grote woorden. Ik probeer dag in dag uit mijn diaconnaat waar te maken met mijn twee handen. Ik wil gewoon dienstbaar zijn voor mensen en dat probeer ik iedere dag met vallen en opstaan. Maar ik ben ook maar een mens, bekent Michel, met zekere gaven en talenten, maar ook ik heb mijn kleine kantjes. Voor iedereen goed doen, is onmogelijk maar ik probeer gewoon mijn best te doen en mensen te dienen vanuit mijn roeping, vanuit mijn geloof.

67 is Michel nu. Een leeftijd waarop iedereen met pensioen is.
En jouw pensioen? vraag ik hem. In de kerk kan je actief blijven tot je 75, antwoordt Michel,
en zolang mijn gezondheid het toelaat doe ik verder.
Die luie zetel is echt aan mij niet besteed!

Bedankt voor die openhartige babbel, Michel, en die weergaloze Westvleteren!

Mark De Block
06.XI.2014

Met dank aan Ludwig Pringels voor de foto's van de viering;

Wil je ‘Het Noodwinkeltje’ steunen,
dan kan dat door een vrije gift
of een vaste bijdrage van 4 euro per maand.
Vanaf een jaarlijkse storting van 40 euro krijg je een fiscaal attest.

BE02 3100 3593 3940
Sint-Vincentius - voedselbedeling
Kleine Wijngaardstraat 179
1030  Brussel

mededeling: 632


© Mark De Block

Thuiskomen